Straatintimidatie hoort niet langer thuis in Breda: 'We pikken het niet meer'

woensdag, 12 november 2025 (15:52) - BredaVandaag.nl

In dit artikel:

Breda treedt kordaat op tegen straatintimidatie met een nieuw actieplan dat de openbare ruimte veiliger en inclusiever moet maken. De gemeente wil dat iedereen zich vrij en veilig voelt — op straat, in parken, in wijken, onderweg en in het uitgaansleven — en combineert daarom handhaving, preventie en bewustwording. Wethouder Eddie Förster en wethouder Marike de Nobel staan centraal in de presentatie van de maatregelen.

Als zichtbaar startpunt werd op de Willembrug bij het Valkenbergpark de bakfiets van het lokale meldpunt Intimideer Mij Niet onthuld. Begeleiders van het meldpunt nodigen voorbijgangers uit om te praten over ongewenst gedrag en de rol van omstanders, en geven informatie over hoe je kunt ingrijpen. Het meldpunt, dat sinds 2019 anonieme meldingen mogelijk maakt, breidt zijn taken uit met nazorg en doorverwijzing naar hulpinstanties; de gemeente wil de bekendheid vergroten via campagnes, borden en inzet bij hogescholen en evenementen.

Onderbouwing voor de aanpak komt uit onderzoek: volgens Plan International heeft 83% van de vrouwen tussen 15 en 25 jaar ooit ongewenst gedrag ervaren in openbare ruimtes; CBS-cijfers tonen dat twee derde van jonge vrouwen hiermee te maken heeft en 34% zich onveilig voelt. Breda benadrukt dat het plan niet uitsluitend op vrouwen gericht is, maar op ieders veiligheid. De Nobel illustreerde het belang van een betrokken omstander met een persoonlijk voorbeeld: haar dochter werd vorig jaar lastiggevallen en werd geholpen door een onbekende voorbijgangster.

Concreet gaat Breda onder meer harder optreden tegen daders. De stad neemt deel aan een landelijke pilot waarbij vijf buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) bevoegd worden om op te treden tegen seksuele intimidatie in de openbare ruimte. Handhavers zullen vaker aanwezig zijn op bekende hotspots zoals het Valkenbergpark; daarnaast wordt onderzocht of betere verlichting, inrichting en toezicht de veiligheid vergroten. Förster benadrukt dat er boetes komen en dat mannen als omstanders een actievere rol moeten nemen.

Preventieve acties lopen van carnavalscampagnes (de campagne ‘Nie graaje, mar zwaaje!’ werd eerder met andere Brabantse steden gevoerd) tot samenwerking met horeca en het team Sterk op Straat, dat tijdens uitgaansavonden als aanspreekpunt fungeert. Het actieplan wordt jaarlijks geëvalueerd en aangepast; voor uitvoering is jaarlijks 30.000 euro beschikbaar vanuit het ministerie van OCW, waarmee vooral het meldpunt en communicatie worden gefinancierd. Vanwege beperkte middelen wordt de uitvoering gefaseerd ingevoerd.